Op 10 december presenteerde klas 10C van De Es in Berchem hun poëzieproject: “Witte inkt”.
Ik was erbij op uitnodiging van een van de ouders omdat de jongeren, tot mijn verrassing, ook fragmenten uit mijn bundel Soms gaan bomen staande dood hadden geselecteerd voor hun stuk. Omdat ik geen idee had wat ik ervan moest verwachten ging ik er met een leeg hoofd zonder verwachtingen naartoe.
En ik werd geraakt. Onverhoeds en onvermijdelijk. Anderhalf uur lang.
Dat kwam niet alleen door de gedichten die ze hadden gekozen – van uiteenlopende dichters, aangevuld met gedichten van henzelf – maar ook door de hele opzet. Een leerkracht was erin geslaagd deze jongeren mee te nemen op een reis door hun eigen grote gevoelens en hen daar woorden voor te laten zoeken, zowel in zichzelf als in de teksten van anderen. Bovendien werd de zwaarte afgewisseld met (prachtige) muziek en met humor (een nieuwsuitzending in gedichten). Zoals het leven zelf, kortom.
Het ontroerde me ook om mijn eigen woorden tussen de andere teksten door opeens te herkennen en ze te horen uitspreken door die verschillende stemmen, die er blijkbaar iets van zichzelf in hadden herkend. En opeens drong tot me door hoe magisch poëzie is. Hoe magisch het is om met je eigen woorden opeens in een ander terecht te komen. Om daar een naam te vinden voor de chaos in jezelf. Opeens zag ik het omgekeerde gebeuren van wat me zelf voortdurend overkomt als ik het werk van andere schrijvers lees: iemand had mijn woorden genomen en ze zich eigen gemaakt. Heel even was ik niet meer alleen…
Er zijn veel dingen aan het schrijven die me voldoening geven: het schrijven zelf, om te beginnen, (het ordenen van mijn gedachten, het kanaliseren van mijn onmacht en mijn woede, mijn drang om te communiceren op een niveau dat ik face-to-face met mensen nooit bereik), het voordragen (die geconcentreerde stilte als mensen tegelijk naar iets luisteren) – maar dit jaar was er niets dat zoveel voldoening gaf (en omdat het december is kan ik dat zeggen) als dit evenement bijwonen.
De gekozen fragmenten:
Maar jij
Jij raakte
na die lange koude nacht
mijn vingers aan
met je gezicht
Het was
alsof je in me had geslapen
en toen ik je ontmoette
wakker werd
—
Geef me je hart
zei je
Ik zal er niet op trappen
Ik zal het heel voorzichtig
in minieme stukjes hakken
en alle pijn
die in het weefsel zit
verpulveren
en oplossen in water
—
Jij maakt
zeg ik
van mijn verhaal
een hand –
waarmee ik zacht
over mijn eigen hoofd
kan aaien
—
Ze zei
ik heb geen plaats voor jou
en ook geen deken
Dus slaap ik
op de koude grond
en wacht ik
tot er iemand komt
die met haar warme vingers
langs mijn slapen gaat
en de contouren
van mijn lichaam toont
—
Maar niemand kwam
en als een herfstblad
in de natte wind
bleef ik
aan alles kleven
wat ik tegenkwam
Tof, zeg. Heerlijk als jonge mensen tonen dat ze gevoelig zijn voor je woorden.
Ja, inderdaad. En chapeau voor de leerkracht die dit project heeft begeleid.
keimooi om lezen. hebt een dikke vette glimlach getoverd hier en nu =:-]
hoe witte inkt wonderen kan doen,ik geniet mee