De bladeren vielen verschrompeld
aan mijn voeten tussen mijn tenen kropen
wormen door. Zo stil zo stil stond ik
Kom niet nee kom niet op de koude aarde
bij mijn enkels zitten om te vertellen
hoe de lente is. Ik slaap niet ik slaap niet
en niemand moet me wakker maken
Ik wil niet weten van het oorverdovende geruis
dat zich als stormen vastzet in mijn oren
Zo stil zo stil stond ik
En als er echt een lente is zal ik mij
loswoelen uit de verrotte blaren
Ik zal niet toestaan dat het loof weer voor mijn ogen groeit
geen vogels zullen in mijn takken huizen
noch zullen de lianen op mijn sappen teren
Mijn handen zullen weer tot handen worden
en koude wind zal uit de palmen komen
en mij
en dan het hele bos genezen
(Uit het langere gedicht Zo stil)
Ik verzeilde hier per ongeluk via je Facebookaccount.
Voel me meteen zo een binnendringer tussen al die persoonlijke woorden: wat een prachtig gedicht dat “trollenkind”. Pubiceer je zo ook op papier? Niet zo bijster intelligente vraag. In elk geval “mooi”, al is dat woord hier bijna even bruikbaar als “leuk” op Facebook.
Groetjes,
Kristin