Het is laat ik ben moe de tv staat nog aan
zonder geluid – maar ik wil in mijn ooghoek
bewegingen zien alsof iemand hier woont
iemand anders dan ik. Die iemand is
zwijgzaam en op zoek naar een sok of
een boek of een sleutel – dat stel ik me voor.
We hebben gegeten een maaltijd voor twee
uit de microgolfoven en die ander die
legde de vorken op tafel en vulde de glazen.
Ik wil niet gaan slapen – ’s nachts is er
geen snurken geen woelen geen –
niets – ’s nachts weet ik niet meer
of alles wel echt is of net zo verzonnen
als die ander die mee-eet die ander die
zwijgt en die door mijn huis loopt op zoek
naar een sok, een sleutel, een boek –