Wat wil je later worden, vroegen ze
toen er voor hen geen later was
Ze dachten dat ze al iets waren —
Zij stelde zich die later voor als
muur waarover ze zou klimmen
en achter die muur geen weg
terug en een andere muur nog
hoger waar bijna niemand
over klom of achter
struikgewas en wingerd een muur
die bijna niemand zag en om haar
heen een tuin verleidelijk
vol geuren maar leeg en zonder
avondwind zonder geluiden
—
Maar ze vroegen wát – alsof er
vele tuinen waren en niet die
ene zelfde muur