Je lippen
zijn zo zacht
wanneer
je ’s morgens
– halfgesloten ogen nog –
mij wakker kust
Dan ben ik
de prinses
die honderd jaar
geslapen heeft
en nog niet weet
dat alles anders is
dat buiten alles chaos is
en dat ook zonder jouw
nog zachte ochtendlippen
ik wakker
zou geworden zijn
Even alleen
in een kasteel
waar de bedienden
slapen