Soms kan ik deze argeloze armoe niet verdragen
van al die mensen die niet vragen waarom de uren
van hun leven minder waard zijn dan die van een
ander —
De stad kruipt in mij
laat haar licht in mij dwalen
laat de stroom van de auto’s
als zee in mij galmen
De stad houdt zich in mij gevangen
verschuilt zich in rimpels in de rouwrand
van nagels in de ruis in mijn oren
in het gruis in mijn mond, in –
De stad kruipt in mij
laat mij niet meer verdwalen
geeft de straten een naam
geeft de huizen een nummer
geeft de auto’s een vak
maakt ontelbaarheid telbaar
en het glas in mijn fietswiel
bijt zich vast in mijn hart
als de scherven van spiegels
waarin ik je zag om de hoek
van een straat –
ooit
Want jij hield je schuil achter
glinsterend licht achter drempels
en deuren achter alles wat sliep
achter alles wat hard en beweging-
loos was maar nooit
aardedonker
nooit echt
zonder
licht
Op 6 februari 2013 vond de uitreiking van de Turing Nationale Gedichtenwedstrijd 2012 plaats in de Stadsschouwburg in Amsterdam. Het was een boeiende avond, met veel gedichten en veel mooie commentaren van de jury en ook veel humor. Dat, gecombineerd met een ongelooflijk respect voor alle deelnemers, maakte het een inspirerend voorbeeld van hoe poëzie kan zijn. Een impressie vind je hier.
Mijn gedicht “rouw” (op deze site heeft het de titel “spiegel”) eindigde in de top 100 en werd dus opgenomen in het boek “Naakt lopen met je hersenen” Van Gennep, isbn 9789060121955.
Ik kwam niet in de top 20, maar het gedicht was wel een van de tien favorieten van de presentator en werd daarom in de week voor de uitreiking voorgelezen en van commentaar voorzien door Ramsey Nasr op Radio 1 (Nederland) in het programma “Met het oog op morgen”: hier kan je het beluisteren.
Deze wedstrijd geeft een goed beeld van het talent van dichters in het Nederlands taalgebied, ook al hebben ze niet allemaal een bundel uit. Poëzie leeft meer dan ooit, zij het via andere kanalen dan gedrukte boeken: internet, podia, café’s, gevels van huizen, kussenslopen… Noem maar op.
Mijn eigen favoriet van Turing 2012 was het gedicht “Barst” van Hilde Van Cauteren.
En neem ook zeker hier een kijkje, in de Hall of Fame van de Turingwedstrijd, om te zien wat voor prachtigs er op internet aan poëzie circuleert!
De spiegel toonde niet hoe ik verdween. Ik zag het
pas toen ik mijn handen op de tafel legde en in
die handen niets dan leegte zag
De spiegel bleef mijn wangen reflecteren maar in
die wangen zat alleen het eten dat ik at – geen leven
Zag niemand dat ik naast me liep en dat mijn voeten
ijverig mijn schoenen zochten – maar niet vonden?
Mijn schaduw viel nog steeds op het tapijt. De spiegel
liet mijn ogen zien, mijn mond hing lichtjes open. Ik las
de woorden die mijn lippen troostend vormden: Waar niemand
is kan niemand zich verwonden –
Beluister dit gedicht hier (voorgelezen door Ramsey Nasr)
Je werd een personage in mijn boek
Al wat ik niet aan je verwoorden kon
verdween – alleen je handen bleven
liggen op het blad
De tafel zonk steeds dieper weg
in het tapijt, je nagels werden
scherp en rafelig en scheurden
Je werd een personage zonder naam
dat niemand zou onthouden
en in mijn leven werd je
deel van het decor