Morgen zal ik zijn
een leeg huis
met muren wit
als pas gestreken lakens
en geen beweging
in het water
dat als een straal
(zo onbeweeglijk)
de kraan uit komt
geen voetstappen
die klinken op de trap
geluiden doen me schrikken
zonder hoop
ik zal de ramen openen
geen wolken zien
en snakken naar de regen
om de stilte te verbreken