Categoriearchief: gedichten

leeg huis

Morgen zal ik zijn

een leeg huis
met muren wit
als pas gestreken lakens
en geen beweging
in het water
dat als een straal
(zo onbeweeglijk)
de kraan uit komt
geen voetstappen
die klinken op de trap

geluiden doen me schrikken
zonder hoop

ik zal de ramen openen
geen wolken zien
en snakken naar de regen
om de stilte te verbreken

morgen

Morgen is er
nog een dag
zeg je
je liegt
er zijn geen
dagen over
er zijn geen
dagen meer
als deze
er zullen
er geen komen

Ik sluit mijn ogen niet
ik zal niet slapen

Maar morgen is er nog een dag
zeg je
Je liegt

Ik moet de balken
in het haardvuur
gooien
ik moet de blaasbalg
op de wegkwijnende
vlammen richten

ik zal niet slapen
want er zijn geen dagen over

winter

Ik moet mijn huis
nu op mijn schouders dragen
en in de aarde alles
wat teveel geworden is
begraven

Ik moet de noten
uit hun bolsters halen
en voedsel eten
dat ik nog niet ken

Ik moet mijn handen
in het koude water wassen
en zingen
tot mijn stem begeeft

Ik moet de rusteloosheid
niet verwarren
met verlangen

Ik moet mijn voeten warmen
bij het vuur

de kleine zeemeermin

Ze ligt wakker in bed
en kijkt hoe het dag wordt
Beneden hoort ze
de stemmen al praten
Ze wil niet bewegen
de droom niet verjagen
maar op straat rijdt
een fietser luid bellend
voorbij
Het rinkelen scheurt
de droomvliezen open
De beelden zijn vaag
en de stemmen zijn dwingend
Wanneer ze zich aankleedt
betast ze haar vinnen
Zij weten niets van de pijn
in haar benen
de vlammende messen
de gloeiende stenen
Zij denken dat ze
een kind van hen
is

Maar zij weet wel beter

badmeester

De geur van chloor
de galm van kinderstemmen
het klappertanden
achter blauwe lippen

De achteloze wreedheid
van de hand
die rustend op mijn kinderhoofd
mij onder water dwong

en hoe ik naderhand
het water haatte
– niet de man

voetafdruk - mjp

onrust

De wind is rusteloos
en net als ik
gehuld in een verlangen
dat geen naam heeft

Niet eens in mij
maar om me heen
hangt het
onzichtbaar
woordeloos
en zuchtend in mijn haren

Ik hoed me
ja ik hoed me voor de dag
dat het zich sprekend
en in klare taal
zoals de regen op het dak
laat horen

Maar nu nog
even
is er enkel wind
en als een sjaal
een vage onrust
om mijn oren

onrust - mjp