Categoriearchief: gedichten

Ergens

Ik speelde
buiten in het struikgewas waar
alles groeide

en ergens
hield een hand mijn hand vast
zonder dwang

en iemand
haalde ’s avonds alle dieren binnen
in hun kooi

zodat ik
’s morgens helemaal opnieuw

mijn strijd
met heel de wereld kon beginnen

deur

1.

Achter ons viel een deur in het slot. Weet
je nog: jij en ik en K in een cocon van
vreugde dat we bestonden dat we armen

hadden en een dak boven ons hoofd en
alles was meedogenloos verlicht. Jouw
handen groter en mijn schouders breder.

En achter ons
een deur

2.

De deuren schuiven dicht. Oncontroleerbaar
huiver ik. Er is geen hand om mij gerust te
stellen. Ik braak de woorden uit zodat ze niet
meer aan me kleven. Het wakker worden is

geen wakker worden maar een deur
die ik niet open krijg

Voorbij de deur
alles hetzelfde
behalve ik

3.

De tijd loopt voor me uit en schreeuwt. Wat
echo is en wat geluid – dat weet ik niet

Ik kan het nooit meer niet meer weten. Mijn
lichaam is alleen van mij. De dagen zijn geen dagen

meer maar uren onderbroken door een slapen.
Bij het ontwaken: even niets – dan nestelt zich

opnieuw het weten
in mijn vingers
en mijn kaken

 

een ander strand

We zijn toch allemaal hetzelfde, zei je. Je
dacht dat ik verguld zou zijn en niet
beledigd. Dat ik je warme armen om
me heen zou voelen omdat je vond dat ik
erbij kon horen.

Er zijn zo. veel. mensen net als jij – je ziet
niet meer wie anders is – ziet niet wat zij
voor je verborgen houden. De spiegels
zitten in de weg. De boeken, films, affiches
om je heen.

We waren niet hetzelfde jij en ik – jij
die met je geliefde op het strand kon
lopen hand in hand, je ziel kon bloot-
leggen aan vreemden in een tankstation
een park en

elk café kon binnengaan zonder je
vingers in je mouwen te verstoppen en
heimelijk een blik te werpen om je heen
bij elke kus. Jij met nog al je borsten.

Dat iedereen hetzelfde is dat zegt alleen
voor wie de wereld als een spiegel is, die
achter elke deur wel iemand ziet die hij
herkent. Je dacht dat ik verguld zou zijn

dat ik mag zijn als jij – terwijl ik achter
elke deur een muur vind om doorheen te
gaan. Zou je bang zijn?

Zou je bang zijn als ik anders was dan jij?

Moet ik de slogans achterwege laten, mezelf
opheffen zien als hoogste goed – en
zeggen: we zijn allemaal hetzelfde?

Geef mij. Nee. Geef mij niets. Ik
zal een huis bouwen, geen muren, geen
spiegels aan de wand, geen ramen en
geen deuren. Geef me – Niets
dat ik niet mee kan nemen.

 

Zo stil gedanst

Op 4 november 2016 bracht Stefanie Cottenier op Gent Bougement haar solodans “Zo stil”, gebaseerd op mijn gelijknamige gedicht. In deze prachtige voorstelling brengt ze het gedicht tot leven en vormen de geluiden van de wereld en de tekst de muziek.

De volledige tekst van het gedicht lees je hier.

Het gedicht nam al vele vormen aan. Het werd onder meer ook omgezet naar beeld door Spink. Het filmpje daarvan kan je hier bekijken.

still-dans-zo-stil

Stefanie Cottenier – still uit “Zo stil”

adem

ik loop
ik loop wel eens
het huis in
op zoek

mijn handen
die de dingen raken −

wanneer ik rook
kan ik
mijn adem zien
weet ik
dat ik de lucht verplaats
een deel ben
van de dingen
dit huis
opvul
iets achterlaat
dat anders is
dan hoe het was

soms loop ik
binnen in het huis
om te verplaatsen wat
versteend is

de rook mijn adem
die zich vastzet
op de boeken

de boeken
alles
wat ik van het leven
weet

 

image

j’accuse

J’accuse

Haat verbindt – hecht zich
aan alles wat zich niet
laat paaien

maakt geen handen vuil
je zegt ik riep maar wat

De krijger is alleen – maakt
eenzaam van de woorden
daden

rouwen om Orlando

 

vuren

De kat loopt door de tuin en is
de vrijheid van mijn handen

Ik kan toch niet erkennen
dat er buiten kracht en weer-
baarheid ook angsten zijn
die mij verteren – een laaiend
vuur onzichtbaar in mijn huid

De kat de vrijheid van mijn handen
zal op vogels jagen met ze spelen
zonder ze te eten zal zich de vuren
niet bewust zijn en ik zal niet –

 

de kat vuren

Dorothy Porter – vertaling

In het winternummer van Gierik & NVT verscheen mijn vertaling van gedichten van Dorothy Porter, de Australische schrijfster en auteur van diverse romans in dichtvorm waaronder The Monkey’s Mask.

Het thema van dit nummer was non-conformisme. Ik voelde me daarin uiteraard erg thuis, maar ook Dorothy Porter sluit perfect bij het thema aan. Niet alleen in haar eigen leven was ze een non-conformist, maar ook in haar literaire werk. In The Monkey’s Mask combineert ze het lichte genre van de thriller met het literaire genre van de poëzie. Bovendien is de hoofdpersoon van het boek een vrij ongewone lesbische detective.

Het liefst zou ik het hele boek vertalen – als een uitgever bereid is het uit te geven – maar hier kunnen jullie alvast een fragment lezen: Dorothy Porter: Maskers – vertaling Johanna Pas.

dorothy porter monkeys mask

een goed wijnjaar

We willen niet weten hoe kwetsbaar het is – dit
lichaam van ons hoe het zomaar kan breken in
een auto een vliegtuig of op een terras door de
aarde die beeft door de dronken bestuurder door
de haat die we voeden

Maar de ochtend is leeg tot het eerste signaal
tot het breken van nieuws en het schemert het
schemert –
en we willen het weten het tweeten herlezen
reposten bezweren en nog een keer delen
en nog

Ooit was er op zondag geen nieuws
en als troost van de kansel de preek
over tandengeknars en talenten vergooien
en geweeklaag en vuur maar

De ochtend is nieuw en we tweeten reposten
we herlezen en delen – met de hel in ons hart
want we willen het weten hoe een kind op een
strand hoe een mes in een hand en het wankelen
wankelen over zeeën en grenzen

We willen het weten en dan – als de zon schijnt
de haan kraait – de wijn degusteren en alles
vergeten vergeten vergeten

(c) tekening: Didier Van De Steene (De kloof tussen het subject en het object)

(c) tekening: Didier Van De Steene (De kloof tussen het subject en het object)