Auteursarchief: Johanna

Poëzie is overal 28-1-15

Poëzie is overal (niet alleen in de bib)

Op 28 januari, het begin van gedichtenweek, gingen Woordwasdraders Runa Svetlikova en Johanna Pas het publiek in bibliotheek De Poort in Berchem meeslepen in hun passie voor poëzie.

Het waren vooral kinderen die het aandurfden om onze Woordwasdraad te vervolledigen en samen met ons elfjes maakten.

In de Fotomaton kunnen bezoekers van de bib nog tot 4 februari tot rust komen en gewoon luisteren naar gedichten over dichten, en kijken naar beelden over, tja, wat zij er in zien.

Want

er is in deze wereld niets
dat zich van wolken onderscheidt
hun eindeloos palet van kleuren
hun schaamteloze vormvertoon

dat ze niet blijven nooit
hetzelfde zijn

Net als gedichten dus…

Lees hier het stukje dat in Gazet van Antwerpen verscheen: http://www.gva.be/cnt/blpsi_01499980/gedichten-in-hokje-voor-pasfoto-s

Interactief gedeelte: 15-17u30

Poëzievoordracht: 17u30-18u

Fotomaton: 28 januari tot 4 februari, de hele poëzieweek dus, tijdens de openingsuren van de bib

GVA290115

nieuwsgedicht 2014

Bijna 60 jaar vrede

Er was geen oorlog in dit land dit jaar
geen vogelgriep geen ebola geen pest

We hadden tijd en geld om onze doden
te begraven en te herdenken wat we niet

wilden vergeten: de slachtoffers van
haat en afgunst honderd jaar geleden

Er was wel weemoed, onoplettendheid
en angst om te verliezen wat we hadden

en roekeloosheid, naijver – en honger
enkel in dat straatje zonder einde waar

wie een auto had hem liever niet parkeerde
Er was geen oorlog in dit land dit jaar

maar ook geen vrede

testbeeld

Sprookje

Toen ik eens veel verdriet had, zei iemand: “Tijd heelt alle wonden.”
“Dat is niet waar,” zei ik nors. Al wist ik niet zeker of het niet waar was, maar ik geloofde het niet, want ik had in mijn leven al goed om me heen gekeken.
“Nee, tijd heelt niet alle wonden,” zei iemand die eruitzag alsof ze wist waar ze het over had, “maar ik zal je iets laten zien.”

Ze nam me mee naar de keuken. Daar stond de afwas van een week. Ze liet de gootsteen vollopen met heet water, nam een van de aangekoekte pannen, liet die in het water glijden en gooide me een handdoek toe. Terwijl we praatten, begon ze met een sponsje de aangekoekte pan te bewerken. Maar dat volstond niet, het vuil was te hardnekkig. Ze nam een afwasborstel. Ook daarmee lukte het niet. Ze nam een ijzersponsje en schrobde en wreef en schuurde tot de pan uiteindelijk schoon genoeg was om in het afdruiprek te zetten.
Het water was al bijna te vies om verder af te wassen.

Terwijl ik de pan afdroogde, nam ze een andere aangekoekte pan met hardnekkig vastklevende havermout op de bodem en de wanden. Ze dompelde de pan onder tot ze helemaal vol sopwater stond, haalde ze er weer uit en zette ze op het aanrecht. Ze liet de rest van het vuile water weglopen, vulde de gootsteen opnieuw met heet water en zeep, begon met de glazen, waste toen het bestek en de borden af, en liet me alles afdrogen.

Toen nam ze de pan met sop van het aanrecht, dompelde die weer onder in het afkoelende water en maakte ze zonder veel moeite schoon met een zachte spons.
Terwijl ik de laatste pan afdroogde zei ze: “Zo heelt de tijd wonden.”

 

Blauwe snippers - Anouk Adel

Blauwe snippers – Anouk Adel

 

later

Wat wil je later worden? vroegen ze
toen er voor hen geen later was. En hij

hij stelde zich die later voor als muur
waarover hij zou klimmen en achter

deze muur geen weg terug

maar een andere muur – nog hoger – waar
bijna niemand over klom. Of achter struikgewas

en wingerd een muur die bijna niemand zag
en om hem heen een tuin verleidelijk vol

geuren maar leeg en zonder avondwind zonder geluiden

 

begroeide muur - mjp

Boekenruggen op iStoire

iStoire is een magazine over lezen en schrijven. De manier waarop we lezen, schrijven, onze creaties of onszelf promoten is aan het veranderen doordat het internet alsmaar meer deel uitmaakt van onze werk en leefgewoonten. Het boekenvak en alle betrokkenen zijn nog niet altijd voldoende klaar om in te spelen op wat het internetpubliek verwacht. iStoire wil hiervan verslag uitbrengen aan lezers, en voorziet in begeleiding van organisaties, boekhandels, uitgevers en iedereen die zich via het internet en andere media online en offline wil profileren.

Bovendien zet iStoire korte verhalen in de kijker: online, op het podium en in print.

Ze publiceren ook artikels over eigenzinnige uitgeefprojecten en in het kader daarvan verscheen dit artikel over mijn roman De taal van boekenruggen op hun site:

www.istoire.be/de-taal-van-boekenruggen/

 

boekenruggen voorstelling

 

Witte inkt

Op 10 december presenteerde klas 10C van De Es in Berchem hun poëzieproject: “Witte inkt”.

Ik was erbij op uitnodiging van een van de ouders omdat de jongeren, tot mijn verrassing, ook fragmenten uit mijn bundel Soms gaan bomen staande dood hadden geselecteerd voor hun stuk. Omdat ik geen idee had wat ik ervan moest verwachten ging ik er met een leeg hoofd zonder verwachtingen naartoe.

En ik werd geraakt. Onverhoeds en onvermijdelijk. Anderhalf uur lang.

Dat kwam niet alleen door de gedichten die ze hadden gekozen – van uiteenlopende dichters, aangevuld met gedichten van henzelf – maar ook door de hele opzet. Een leerkracht was erin geslaagd deze jongeren mee te nemen op een reis door hun eigen grote gevoelens en hen daar woorden voor te laten zoeken, zowel in zichzelf als in de teksten van anderen. Bovendien werd de zwaarte afgewisseld met (prachtige) muziek en met humor (een nieuwsuitzending in gedichten). Zoals het leven zelf, kortom.

Het ontroerde me ook om mijn eigen woorden tussen de andere teksten door opeens te herkennen en ze te horen uitspreken door die verschillende stemmen, die er blijkbaar iets van zichzelf in hadden herkend. En opeens drong tot me door hoe magisch poëzie is. Hoe magisch het is om met je eigen woorden opeens in een ander terecht te komen. Om daar een naam te vinden voor de chaos in jezelf. Opeens zag ik het omgekeerde gebeuren van wat me zelf voortdurend overkomt als ik het werk van andere schrijvers lees: iemand had mijn woorden genomen en ze zich eigen gemaakt. Heel even was ik niet meer alleen…

Er zijn veel dingen aan het schrijven die me voldoening geven: het schrijven zelf, om te beginnen, (het ordenen van mijn gedachten, het kanaliseren van mijn onmacht en mijn woede, mijn drang om te communiceren op een niveau dat ik face-to-face met mensen nooit bereik), het voordragen (die geconcentreerde stilte als mensen tegelijk naar iets luisteren) – maar dit jaar was er niets dat zoveel voldoening gaf (en omdat het december is kan ik dat zeggen) als dit evenement bijwonen.

witte inkt - de es 10C

De gekozen fragmenten:

Maar jij
Jij raakte
na die lange koude nacht
mijn vingers aan
met je gezicht

Het was
alsof je in me had geslapen
en toen ik je ontmoette
wakker werd

Geef me je hart
zei je
Ik zal er niet op trappen
Ik zal het heel voorzichtig
in minieme stukjes hakken
en alle pijn
die in het weefsel zit
verpulveren
en oplossen in water

Jij maakt
zeg ik
van mijn verhaal
een hand –
waarmee ik zacht
over mijn eigen hoofd
kan aaien

Ze zei
ik heb geen plaats voor jou
en ook geen deken

Dus slaap ik
op de koude grond
en wacht ik
tot er iemand komt
die met haar warme vingers
langs mijn slapen gaat
en de contouren
van mijn lichaam toont

Maar niemand kwam
en als een herfstblad
in de natte wind
bleef ik
aan alles kleven
wat ik tegenkwam

Dubbelzien

Het is net als met die tekening waarin sommige mensen een oude vrouw zien en andere een jong meisje. Als je ze eenmaal allebei ziet, kan je niet meer begrijpen dat je ooit niet zag dat er twee tekeningen in die ene verscholen zitten. Je kan ze niet tegelijk zien, dat niet, maar je hersenen kunnen snel afwisselen tussen de twee. “Hoe heb ik het ooit niét kunnen zien?” kan je alleen maar denken.

Zo is het voor mij met Zwarte Piet. Ik kan niet meer begrijpen dat mensen de discussie weglachen. Ik kan alleen nog maar denken: hoe kan je het niét zien.

Waarom mensen het niet wíllen zien, begrijp ik wel. Want het is een pijnlijk gezicht. De figuur van Zwarte Piet zoals we die nu uitbeelden is niet alleen onmiskenbaar een herinnering aan ons koloniale verleden (dat door velen van ons helaas ook onder de onzichtbaarheden valt), het is ook telkens weer een confrontatie met het goedmoedige neerbuigende racisme waarmee ik ben opgegroeid en waarvan onze samenleving nog steeds doordrongen is.

Het ingewikkelde is: ik verwachtte van mensen die de huidige Zwarte Piet-figuur zo graag willen behouden dat ze met rationele argumenten voor hun standpunt kwamen en niet hysterisch en protectionistisch zouden reageren. Ik wilde niet het argument “wir haben es nicht” zo bedoeld. Ik wilde niet horen: “ik heb een zwarte vriend die helemaal geen probleem heeft met Zwarte Piet”. En vooral wilde ik niet horen: “het is onze traditie en ‘zij’ willen die afpakken”.

Ik wilde dus rationele argumenten. Maar ik kan er niet aan ontkomen dat ik zelf ook extreem emotioneel werd van de discussie. Waarom? Waarom vind ik het zo pijnlijk om mensen te horen zeggen dat de figuur van Zwarte Piet toch onschuldig is? Waarom vind ik het pijnlijk als dan weer andere mensen het debat weglachen als een belachelijke discussie?
Ik denk dat ik het pijnlijk vind juist omdat het “mijn” traditie is. Omdat ook ik ben opgegroeid met dat goedmoedige neerbuigende racisme, dat ook mijn eigen geest heeft verziekt, dat een wereldbeeld creëert van blanke daadkrachtige mensen, met aan de zijlijn al wie een andere huidskleur heeft. En met die samenleving vol verwrongen verhoudingen tussen mensen, vol opgekropte pijn en frustratie van  wie er niet bij hoort, zit ik nu opgescheept. Net als wij allemaal. En net daarom begrijp ik niet waarom je dit zo graag wil doorgeven aan je kinderen.

Dat is één. Daarnaast ben ik in staat tot empathie. Ik kan zelf als vrouw, lesbienne, patiënt, ervaren hoe belangrijk beeldvorming is. Ik weet hoe belangrijk beeldvorming is voor je zelfrespect, voor je persoonlijke ontwikkeling, voor je positie in de maatschappij. En ik weet hoe pijnlijk het is als dingen die voor jou gevoelig liggen door een ander die er geen last van heeft worden weggelachen.
Ik kan dus zelf geen rationele argumenten aandragen. Ik kan het me gewoon vóórstellen.

En voor zij die zeggen: “In het licht van de grote problemen is dit debat toch totaal onbelangrijk.” Is dat zo? Als wij als witte mensen niet eens bereid zijn zo’n kleine verandering door te voeren in een niet eens zo oude traditie, en in een samenleving die op alle niveaus doordrongen is van white privilege (om het woord racisme niet te gebruiken), dan zegt dat helaas veel over hoeveel hoop er is dat we ooit de grote problemen zullen aanpakken.

Toch wil ik het geloven, dat verandering mogelijk is. Bijvoorbeeld omdat we geen katten meer uit torens gooien als volksvermaak, geen levende ganzen meer de kop afrukken. Of moet ik gewoon accepteren dat het waar is wat Wouter van Bellingen zegt: “Vlamingen hebben meer empathie voor dieren dan voor migranten.”

Interessante link: http://www.2jou.be/7-tradities-waarin-dieren-de-hoofdrol-spelen/

jong_oud2

Bekijk hier de documentaire “Zwart als roet” van Sunny Bergman

mist

Ik bijt in de stinkende mist
van de stad de stinkende mist
van de stad bijt in mij. Vergeet

wie ik was vergeet hoe ik heette.
Laat me zijn als het kielzog
van voorbijgevaren schepen

laat me los laat mijn tanden
zich niet meer verbijten aan
de stinkende mist van de stad

mist - mjp

 

steen

Vandaag kan ik de eenzaamheid van mensen
ruiken. Hun borstkassen versteend van alles wat
te geef is maar wat niemand wil de leegte in hun
knieën de honger in hun vel hun ogen zeggen

niet meer wat ze zagen. Alleen wat er niet is.

 

namen 101114 013