Auteursarchief: Johanna

tij

(c) tekening: Juliëtte Verberk

tekening: Juliette Verberk - spiegel

We wisten niet hoe mooi we waren
We schreven onze woorden in het zand
Ons onbewust van tij – of onbekommerd

We schepten water uit de zee
met onze handen – niets glipte
tussen onze vingers door, behalve

wat we al verloren waren, dat
leek ons veel – nu lijkt het
of we alles hadden –

Het is niet waar dat weet ik wel
maar laten we onszelf bedriegen
We wisten niet hoe mooi we waren

 

Ballonnenvrees 19-2-14

Ballonnenvrees is altijd verrassend. Elke keer denk je: waarom staan deze mensen met al hun talent niet vaker op grote podia? Waarom worden daar altijd dezelfde namen opgevoerd terwijl hier zoveel moois passeert. Dus ik zou zeggen: ga eens vaker naar een laag podium als Ballonnenvrees, De Sprekende Ezels, De Muzeval… en laat je meeslepen door de teksten, liedjes, humor van de performers. ’t Is de moeite!

Waar vind je Ballonnenvrees? Overal en nergens. Kijk op Facebook, op Uitagenda of elders op het wereldwijde web waar de volgende aflevering is…

Speciaal voor deze avond bracht ik na een paar “trollengedichten” ook mijn stadsgedichten. Door alle verhaaltjes die ik tussendoor vertelde was er geen tijd meer voor het laatste gedicht, een ode aan de stad, maar dat kan je ook hier beluisteren.

Het verslag van de avond door de organisator van deze geweldige avonden Gert Vanlerberghe vind je hier.

foto podium

foto publiek Werkhuys

De vergeten kronieken van Tstadt – Lou Geluyckens

Meerwerken aan de dag van de Antwerpse vertelkunst van de Consciencebuurt vorig jaar, was op verschillende manieren verrijkend. Niet alleen leerde ik de andere handelaars uit de buurt kennen, ik maakte er ook kennis met het werk van Gie Bogaert (auteur van onder meer de prachtige, poëtische roman Noora’s dwaling) en dat van Lou Geluyckens. Deze laatste ken je misschien vooral als acteur, maar hij schreef ook De vergeten kronieken van Tstadt. Een oer-Antwerps boek, klein van formaat, maar groot van inhoud.

Ik heb vooral genoten van de sappige dialogen, van de manier waarop de auteur met taal en woorden speelt, alle registers gebruikt en de taal van ’t stad op een weergaloze manier op papier zet. Hij vermengt oud en nieuw, wekt het oude Antwerpen tot leven en geeft je ondertussen ongemerkt historische informatie mee over de tijd van Hendrik Conscience.

Een aanrader dus voor al wie van taal, van Antwerpen en van verrassende leeservaringen houdt!

 

Haagse Kunstkring 16-2-14

foto lezing Haagse Kunstkring 160214

Op 16 februari las ik voor op de letterenborrel “Roze Valentijn” bij de Haagse Kunstkring (in Den Haag inderdaad), samen met Bert Deben, Tatiana Radier (die werk voorlas van Inge Tielman) en Gerrit Vennema. Een gezellige namiddag, met een hartverwarmend publiek.
Omdat er drie keer meer mensen waren dan verwacht, was er geen microfoon voorzien, maar het was niet moeilijk om boven de stilte van het aandachtige publiek heen voor te dragen.

Ik sloot af met het gedicht Klimplanten

En na de lezing nog snel even naar Scheveningen om naar de duistere zee te kijken…

Bekijk hier het filmpje met impressies van de vier dichters:

 

 

Cupid@college 14-2-14

De Fotomaton van Woordwasdraad is van 10-14 februari 2014 te zien in de bib van de UA (stadscampus, Prinsstraat 13, Antwerpen) in het kader van Cupid@College. De hele week zijn er elke middag van half 1 tot half 2 optredens (literatuur en muziek), met op vrijdag als afsluiter De Sprekende Ezels.

De Fotomaton staat er de hele dag. Neem tussen alle drukte even de tijd om te gaan zitten luisteren naar de gedichten en te kijken naar de foto’s. En neem als toemaatje achteraf een van de gratis postkaarten mee!

Beluister hier de gedichten:

 

foto: Fotomaton Woordwasdraad

De Fotomaton van Woordwasdraad werd gebouwd door Sandra Kleine Staarman. De teksten die je hoort zijn van Runa Svetlikova, Stefan Heulot en Johanna Pas. Het beeld dat je op het scherm ziet is van Béatrice Casse.

Recensie Goodreads – januari 2014

Willy Schuyesmans (auteur van onder meer Hoerenjong en te veel andere boeken om op te noemen) over De lelijke kleine zeemeermin:

Al lijken niet alle gedichten in deze bundel helemaal voldragen, toch staan er pareltjes tussen. Johanna Pas beschikt over een rijke, beweeglijke taal met een aantal mooie vondsten, maar vooral over een ijzersterk ritme, waardoor haar gedichten zich heel goed laten voordragen.

Hoe mooi toch een zin als:

De achteloze

wreedheid van de hand die rustend
op mijn kinderhoofd mij onder water
dwong – en hoe ik naderhand alleen

het water haatte – niet de man.

(uit: Zwembad)

Of dat gedicht ‘Regen’:

Er was alleen maar dat. De
regen en een mond – twee
lippen en een tong – en dat
jouw hand de mijne zocht
en vond

Maar mijn favorieten zijn ‘Speelplaats’ en ‘Dieptezicht’

Ik kende Johanna Pas helemaal niet, maar ben wel gecharmeerd door haar gedichten. Ik ga nog ander werk van haar lezen.

gedichten De lelijke kleine zeemeermin Johanna Pas

tij

Hoe moet ik dan naar jou komen, zeg je. Kom dan
naar mij als naar een zee waarvan je weet gelooft
– nee geen van deze woorden is correct –
waarvan je met je lichaam weet en zonder woede
of verzet ook aanneemt dat ze eindeloos is

en onvoorspelbaar

dat ze komt en zich terugtrekt dat ze koud
kan zijn en diep plots diep waar je het niet
verwacht dat ze geen bodem heeft de bodem
is het zand en geen verleden het verleden
zijn rivieren geen toekomst want de toekomst

zijn de wolken

dat al haar tederheid een tijdelijk geschenk is
en dat ze op een nacht als je haar wil bevaren
met je schip een pact kan sluiten met de wind

en je verzwelgen

foto: zeeweg - mjp

humus

zelfs in de zomer zie ik in het bos
de herfst ruik ik de bloesems

de verrotting. het is geen kring
het is er altijd allemaal. het is

niet als de lege straten waar
enkel sneeuw en regen komt.

hier bloeit de bloesem springen
knoppen open op voedsel van

het blad van vorig jaar. hier
is het altijd allemaal –

foto: kikker in het groen - mjp

Ik ben een slechte boekverkoper

Ik ben een slechte boekverkoper.

Veel mensen zullen dit niet willen beamen en toch is het zo. Daarom zal ik u uitleggen waarom.
Elke keer weer overvalt het me, als ik in de winkel sta en er komt iemand binnen die echt op zoek is naar een boek, iemand die duidelijk dat verlangen uitstraalt dat ik zo goed ken, de drang zich te laten meeslepen in dat magische ritueel van letters op papier die zich in je hoofd omzetten tot een heel universum, de kans dat dit misschien wel zo’n boek is dat je denken verandert…
Elke keer als ik iemand een boek kan verkopen, moet ik ertegen vechten, want elke keer zou ik het boek het liefst gratis meegeven.

Vooral als het zo gaat, kijk even mee:

Iemand struint urenlang rond tussen de boeken, raakt hier en daar een boekenrug aan, leest een achterflap, dwaalt zelfs af naar de poëzie, bladert er in een bundel, legt het boek netjes terug, en nog een, en nog een, denkt na, rekent misschien, drinkt eerst nog een koffietje, en komt uiteindelijk met één boek naar de kassa…

In dat boek zit een wereld, dat weten we allebei. Of we vermoeden het. Dus begin ik een praatje, over de keuze voor dit boek. Het waarom, het hoe. En tijdens dat korte gesprek spoelt in golven die drang door me heen, terwijl ik voorzichtig een blik werp op het binnenste van de klant en daar een smaak opvang, een verlangen ontwaar, of een behoefte. En ik denk aan een ander boek dan dat wat op de toonbank ligt, een boek dat geknipt zou zijn voor deze lezer. En wat ik wil zeggen, is: “Wacht, ik haal even een ander boek. Een boek dat je hebt aangeraakt, maar dat je teruggelegd hebt. Het is helemaal perfect voor jou. Het wil je hebben. Ik begrijp waarom je aarzelt. Je weet tenslotte niet wat je koopt, waar je die tien of twintig euro voor betaalt. Al wat je ziet is de buitenkant, en misschien is het boek een bedrieger. Maar ik weet dat het niet zo is. Het geeft je wat het belooft. Het zoekt jou. Ik wil je dat boek geven omdat ik weet – al kan je een boek natuurlijk nooit helemaal doorgronden – wat er zich in verschuilt…”

Dat doe ik niet, natuurlijk.

Om te beginnen is het gelukkig niet mijn boekhandel waarin ik werk, maar die van iemand met iets meer zakelijk inzicht. Toch is er nog een andere reden: ik wéét dat ik er niemand een plezier mee doe als ik onze boeken gratis weggeef.
Niet de auteur die er maanden, zo niet jaren, aan heeft geschreven, niet de uitgever en de redacteur die het hebben bijgeschaafd tot dit bijna perfecte eindproduct, niet de vormgever die dit boek verleidelijk genoeg heeft gemaakt om in het oog te springen tussen het overaanbod aan boeken, niet de distributeur die het boek tot bij ons heeft gebracht.
En ook niet de lezers die ik het gun om een keuze te moeten maken, om na lang aarzelen precies dat boek mee te nemen wat bij ze past. Want kiezen is het halve plezier.

En tot slot zou ik ook mezelf er geen plezier mee doen. Want in de prijs van dat boek zit mijn loon. En ik wil hier graag blijven werken, in dit magische paradijs van papier en letters, waarin een hele wereld verborgen zit, wat zeg ik, alle mogelijke werelden.

Ik ben een slechte boekverkoper, maar het valt gelukkig niemand op.

boekverkoper