Ik ben een slechte boekverkoper.
Veel mensen zullen dit niet willen beamen en toch is het zo. Daarom zal ik u uitleggen waarom.
Elke keer weer overvalt het me, als ik in de winkel sta en er komt iemand binnen die echt op zoek is naar een boek, iemand die duidelijk dat verlangen uitstraalt dat ik zo goed ken, de drang zich te laten meeslepen in dat magische ritueel van letters op papier die zich in je hoofd omzetten tot een heel universum, de kans dat dit misschien wel zo’n boek is dat je denken verandert…
Elke keer als ik iemand een boek kan verkopen, moet ik ertegen vechten, want elke keer zou ik het boek het liefst gratis meegeven.
Vooral als het zo gaat, kijk even mee:
Iemand struint urenlang rond tussen de boeken, raakt hier en daar een boekenrug aan, leest een achterflap, dwaalt zelfs af naar de poëzie, bladert er in een bundel, legt het boek netjes terug, en nog een, en nog een, denkt na, rekent misschien, drinkt eerst nog een koffietje, en komt uiteindelijk met één boek naar de kassa…
In dat boek zit een wereld, dat weten we allebei. Of we vermoeden het. Dus begin ik een praatje, over de keuze voor dit boek. Het waarom, het hoe. En tijdens dat korte gesprek spoelt in golven die drang door me heen, terwijl ik voorzichtig een blik werp op het binnenste van de klant en daar een smaak opvang, een verlangen ontwaar, of een behoefte. En ik denk aan een ander boek dan dat wat op de toonbank ligt, een boek dat geknipt zou zijn voor deze lezer. En wat ik wil zeggen, is: “Wacht, ik haal even een ander boek. Een boek dat je hebt aangeraakt, maar dat je teruggelegd hebt. Het is helemaal perfect voor jou. Het wil je hebben. Ik begrijp waarom je aarzelt. Je weet tenslotte niet wat je koopt, waar je die tien of twintig euro voor betaalt. Al wat je ziet is de buitenkant, en misschien is het boek een bedrieger. Maar ik weet dat het niet zo is. Het geeft je wat het belooft. Het zoekt jou. Ik wil je dat boek geven omdat ik weet – al kan je een boek natuurlijk nooit helemaal doorgronden – wat er zich in verschuilt…”
Dat doe ik niet, natuurlijk.
Om te beginnen is het gelukkig niet mijn boekhandel waarin ik werk, maar die van iemand met iets meer zakelijk inzicht. Toch is er nog een andere reden: ik wéét dat ik er niemand een plezier mee doe als ik onze boeken gratis weggeef.
Niet de auteur die er maanden, zo niet jaren, aan heeft geschreven, niet de uitgever en de redacteur die het hebben bijgeschaafd tot dit bijna perfecte eindproduct, niet de vormgever die dit boek verleidelijk genoeg heeft gemaakt om in het oog te springen tussen het overaanbod aan boeken, niet de distributeur die het boek tot bij ons heeft gebracht.
En ook niet de lezers die ik het gun om een keuze te moeten maken, om na lang aarzelen precies dat boek mee te nemen wat bij ze past. Want kiezen is het halve plezier.
En tot slot zou ik ook mezelf er geen plezier mee doen. Want in de prijs van dat boek zit mijn loon. En ik wil hier graag blijven werken, in dit magische paradijs van papier en letters, waarin een hele wereld verborgen zit, wat zeg ik, alle mogelijke werelden.
Ik ben een slechte boekverkoper, maar het valt gelukkig niemand op.